Wijzigingswet Wet op de vermogensbelasting 1964, enz. (terugsluis opbrengst reparatiewetsvoorstel-btw)
Wet in 18 december 1995 tot wijziging van de Wet op de vermogensbelasting 1964, de Wet op de omzetbelasting 1968, de Wet op belastingen van rechtsverkeer, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Invorderingswet 1990 (terugsluis opbrengst reparatiewetsvoorstel-btw)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is maatregelen te treffen om lasten te verlichten ter stimulering van de economische infrastructuur, van de cultuur en de sport en ter bevordering van het fiscale klimaat voor ondernemingen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Bevat wijzigingen in andere regelingen.]
Artikel II
[Bevat wijzigingen in andere regelingen.]
Artikel III
[Bevat wijzigingen in andere regelingen.]
Artikel IV [Vervallen per 01-01-1996]
Artikel V
Indien het bij koninklijke boodschap van 14 september 1995 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting in verband met de invoering van een regulerende energiebelasting (Kamerstukken II 1994/95, 24 344, nrs. 1-2) tot wet wordt verheven en met ingang van 1 januari 1996 in werking treedt, vervallen daarvan de artikelen IV tot en met IX, vervalt artikel IV van de onderhavige wet, wordt artikel 22 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 als volgt gewijzigd en wordt de vennootschapsbelasting over een gebroken boekjaar als volgt berekend.
a
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
b
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
c
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
d
De vennootschapsbelasting over een boekjaar dat voor 1 januari 1996 begint en op of na die datum eindigt wordt, in afwijking in zoverre van artikel 22 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, berekend volgens de volgende formule:
belasting = (X/B * To * G) + (Y/B * Tn * G),
waarin
X voorstelt: het aantal voor 1 januari 1996 vallende dagen van het boekjaar;
Y voorstelt: het aantal op of na 1 januari 1996 vallende dagen van het boekjaar;
B voorstelt: het totale aantal dagen van het boekjaar;
To voorstelt: het tarief van de vennootschapsbelasting zoals dat tarief voor 1 januari 1996 van toepassing is;
Tn voorstelt: het tarief van de vennootschapsbelasting zoals dat tarief met ingang van 1 januari 1996 van toepassing is;
G voorstelt: het belastbare bedrag of het belastbare binnenlandse bedrag.
e
De vennootschapsbelasting over een boekjaar dat voor 1 januari 1997 begint en op of na die datum eindigt wordt, in afwijking in zoverre van artikel 22 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, berekend volgens de volgende formule: belasting = (X/B * To * G) + (Y/B * Tn * G), waarin X voorstelt: het aantal voor 1 januari 1997 vallende dagen van het boekjaar; Y voorstelt: het aantal op of na 1 januari 1997 vallende dagen van het boekjaar; B voorstelt: het totale aantal dagen van het boekjaar; To voorstelt: het tarief van de vennootschapsbelasting zoals dat tarief voor 1 januari 1997 van toepassing is; Tn voorstelt: het tarief van de vennootschapsbelasting zoals dat tarief met ingang van 1 januari 1997 van toepassing is; G voorstelt: het belastbare bedrag of het belastbare binnenlandse bedrag.
f
De vennootschapsbelasting over een boekjaar dat voor 1 januari 1998 begint en op of na die datum eindigt wordt, in afwijking in zoverre van artikel 22 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, berekend volgens de volgende formule: belasting = (X/B * To * G) + (Y/B * Tn * G), waarin X voorstelt: het aantal voor 1 januari 1998 vallende dagen van het boekjaar; Y voorstelt: het aantal op of na 1 januari 1998 vallende dagen van het boekjaar; B voorstelt: het totale aantal dagen van het boekjaar; To voorstelt: het tarief van de vennootschapsbelasting zoals dat tarief voor 1 januari 1998 van toepassing is; Tn voorstelt: het tarief van de vennootschapsbelasting zoals dat tarief met ingang van 1 januari 1998 van toepassing is; G voorstelt: het belastbare bedrag of het belastbare binnenlandse bedrag.
Artikel VI
[Bevat wijzigingen in andere regelingen.]
Artikel VII
[Bevat wijzigingen in andere regelingen.]
Artikel VIII
1
De omzetbelasting die na de inwerkingtreding van deze wet verschuldigd wordt ter zake van leveringen en diensten die worden verricht vóór deze inwerkingtreding, wordt berekend naar het tarief dat geldt op het tijdstip waarop de levering of de dienst wordt verricht.
2
In geval omzetbelasting vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet verschuldigd is ter zake van leveringen en diensten die worden verricht op of na deze datum, wordt hetgeen minder verschuldigd zou zijn geweest indien de belasting zou zijn berekend naar het tarief dat geldt op het tijdstip waarop de levering of de dienst wordt verricht, op verzoek aan de ondernemer teruggegeven, mits voor dat verschil een credit-factuur is uitgereikt.
3
De ondernemer aan wie de in het tweede lid bedoelde credit-factuur is uitgereikt, wordt het op deze factuur vermelde bedrag als belasting verschuldigd op het tijdstip waarop die factuur is uitgereikt, voor zover deze ondernemer ter zake van de desbetreffende leveringen en diensten recht heeft op aftrek van voorbelasting op de voet van artikel 15 van de Wet op de omzetbelasting 1968.
Artikel IX
1
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag waarop het bij koninklijke boodschap van 24 mei 1995 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968, de Wet op belastingen van rechtsverkeer en enkele andere belastingwetten in verband met de bestrijding van constructies met betrekking tot onroerende zaken (Kamerstukken II 1994/95, 24 172, nrs. 1-2) tot wet wordt verheven en in werking treedt, dan wel zo dit tijdstip vóór 1 januari 1996 zou liggen met ingang van 1 januari 1996.
2
Artikel VI is van toepassing op belastingaanslagen in de rechten van successie of schenking, indien deze betrekking hebben op gevallen waarin het overlijden, de schenking of de in artikel 45, derde lid, tweede volzin, of artikel 53, eerste lid, van de Successiewet 1956 bedoelde gebeurtenis plaatsvindt op of na het tijdstip van de inwerkingtreding van de wet, dan wel zo dit tijdstip vóór 1 januari 1996 ligt, op gevallen waarin het overlijden, de schenking of de in artikel 45, derde lid, tweede volzin, of artikel 53, eerste lid, van de Successiewet 1956 bedoelde gebeurtenis op of na 1 januari 1996 heeft plaatsgevonden, met ingang van 1 januari 1996, zomede op belastingaanslagen die betrekking hebben op gevallen waarin op of na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet krachtens schenking wordt verkregen ten gevolge van de vervulling van een voorwaarde, dan wel zo dit tijdstip vóór 1 januari 1996 ligt, met ingang van 1 januari 1996 op gevallen waarin op of na 1 januari 1996 krachtens schenking is verkregen ten gevolge van de vervulling van een voorwaarde.
3
In afwijking van het eerste lid treedt artikel II, onder C.2, onderdeel d, in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
4
In afwijking in zoverre van het eerste lid werken de artikelen III, onderdelen A, B.2 en B.3, en VII terug tot en met 31 maart 1995, 18.00 uur.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 18 december 1995
Beatrix
De Staatssecretaris van Financiën,
w
A. F. G. Vermeend
Uitgegeven de achtentwintigste december 1995
De Minister van Justitie,
w
Sorgdrager